Van 2 naar 5 procent – de nieuwe NAVO-norm

Van 2 naar 5 procent – de nieuwe NAVO-norm

30/06/2025


Diplomatieke snelkookpan aan zee
Op 24 en 25 juni veranderde het World Forum in Den Haag in een hoogbeveiligde enclave. Operatie ‘Orange Shield’, ruim 10.000 militairen, zeven fregatten, luchtafweer en een hermetisch afgesloten “blue lane” tussen Schiphol en het conferentiecentrum, was de grootste binnenlandse veiligheidsoperatie ooit. Deze operatie bleek niet goedkoop: het kabinet begrootte € 183,4 miljoen voor logistiek, beveiliging en hospitality, een bedrag dat critici prompt het “duurste werkoverleg ter wereld” noemden.

Buiten de hekken verzamelden zich activisten van Extinction Rebellion, Gaza-betogers en LHBTI-groepen; snelwegen en trams moesten meerdere malen door de ME worden vrijgemaakt. Binnen vergaderden 32 staatshoofden onder leiding van de kersverse NAVO-secretaris-generaal Mark Rutte en een opvallend goedgemutste president Donald Trump.

Nieuwe norm
Hoogtepunt van de top was de Hague Summit Declaration. Waar de oude Wales-norm 2% van het bbp voorschreef, beloven de bondgenoten nu uiterlijk in 2035 jaarlijks 5% van het bbp voor veiligheid uit te trekken:

  • 3,5% voor “harde” defensie-uitgaven (troepen, munitie, platforms);

  • 1,5% voor bredere weerbaarheid (cyber, kritieke infrastructuur, civiele bescherming).

De slotverklaring benadrukt dat Artikel 5 onverminderd geldt: een aanval op één bondgenoot blijft een aanval op allen. Tegelijkertijd is vastgelegd dat structurele hulp aan Oekraïne — of die nu bestaat uit wapens, training of directe defensiefinanciering — voortaan meetelt als eigen defensie-uitgave. Zo kan dezelfde euro die naar Kiev gaat ook worden opgevoerd om de nieuwe NAVO-norm van 5% bbp te halen, waardoor lidstaten hun percentage verhogen zonder extra posten op de nationale begroting. Deze ruimere boekhouding maakt verschillende hulppakketten vergelijkbaar en voorkomt dat regeringen dubbel naar miljarden moeten zoeken.

Rekenwerk voor Den Haag: wat kost 5%?
Nederland gaf in 2024 € 19,9 miljard uit aan defensie, ongeveer 2,1% van het bbp. Een sprong naar 5% vergt, volgens een Kamerbrief van premier Schoof, € 16 tot 19 miljard extra per jaar. Ter vergelijking: de totale rijksbegroting voor Onderwijs bedraagt nu € 45 miljard.

Tegelijk waarschuwt het CPB in het Centraal Economisch Plan 2025 dat het overheidssaldo bij ongewijzigd beleid al zakt naar -1,7% bbp in 2028. Extra defensiegeld kan het EMU-tekort dus in één klap richting of boven de 3%-plafondnorm duwen.

Fiscale schuifruimte: drie routes
Binnen de coalitie circuleren drie hoofdsporen om de extra miljarden voor defensie te financieren.
Eerste route: directe lastenverzwaring via een brede veiligheidsheffing, waarbij de loon- en vennootschapsbelasting elk met circa 0,3 procentpunt stijgen. Dat drukt weliswaar op besteedbaar inkomen en ondernemingswinst, maar genereert snel kasgeld.

Tweede route: schuldfinanciering; Nederland heeft nog circa € 40 miljard ruimte onder de Europese schuldnorm van 60% bbp, al waarschuwen economen dat oplopende rente de speelruimte snel uitholt en de roep om strengere renteaftrekbeperkingen zal toenemen.

Derde route: herschikking binnen de bestaande begroting. De Voorjaarsnota 2025 suggereert alvast een rustiger groeipad voor onderwijs en het afbouwen van fiscale kortingen zoals MIA/VAMIL en bepaalde Box-3-vrijstellingen. Deze verschuivingen leveren dekking zonder tariefsverhogingen, maar vragen wel scherpe politieke keuzes.

Publieke opinie & protest
De strakke choreografie kon niet verhullen dat de top omstreden bleef. Klimaat- en Gaza-demonstranten werden onder luid applaus van kamptouristen langs de Hofvijver in busjes afgevoerd; binnen de Kamer klinkt tegelijk links-rechts breed draagvlak voor hogere uitgaven — mits de pijn eerlijk wordt verdeeld.

Hoe nu verder?
De NAVO-top in Den Haag was geen spektakel van nieuwe strategieën, maar een herijking van financiële inzet. Voor fiscalisten is het momentum helder: defensie-uitgaven verschuiven van de marge naar de kern van het begrotings- én belastingdebat.

Wie cliënten in de maakindustrie, logistiek of cybersector bedient, doet er goed aan nu al scenario’s door te rekenen — van winstbelasting tot loonheffingen. Want de 5%-norm gaat niet alleen voelbaar worden op het Malieveld, maar ook wanneer uw cliënt binnen twee jaar de voorlopige aanslag ziet landen.