De digitale dienstenbelasting in Nederland + interview met werknemers DLA Piper
De digitale dienstenbelasting in Nederland
Inleiding
De ontwikkeling van digitale technologie heeft geleid tot een versnelling van de digitalisering van de wereldeconomie. Volgens de Wereldbank beslaat de digitale economie momenteel 15,5% van het mondiale bbp, en groeit deze de afgelopen 15 jaar tot twee keer sneller dan het mondiale bbp.[1] Het gebrek aan fysieke aanwezigheid van deze digitale bedrijven (bijv. Google, Facebook) levert belastingdiensten wereldwijd een uitdaging op, omdat het zonder fysieke aanwezigheid in een land veelal lastig is om belasting te heffen op de winsten die gemaakt zijn met het aanbieden van digitale diensten.
Om deze digitale economie nauwkeurig te belasten, hebben zowel de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (hierna de “OESO”) als de Europese Commissie verschillende fiscale maatregelen aangekondigd. Terwijl de OESO nog in gesprek is over hoe de digitale economie optimaal kan worden belast, heeft de Europese Commissie voorgesteld om een tijdelijke Digital Services Tax (“DST”) op te leggen met een tarief van 3% op inkomsten uit online advertentiediensten, ontvangsten of inkomsten uit digitale intermediaire activiteiten en verkoop van door gebruikers verzamelde gegevens. Verschillende EU-lidstaten hebben besloten door te gaan met unilaterale maatregelen gericht op de digitale economie. Deze eenzijdige maatregelen hebben grotendeels de vorm aangenomen van een Digital Services Tax (“DST”).
Europese voorstellen
De DST's die in de verschillende EU-lidstaten zijn geïmplementeerd of voorgesteld, zijn gericht op in wezen dezelfde grote (voornamelijk Amerikaanse) digitale ondernemingen. Deze DST’s zijn een mix van bruto-inkomstenbelastingen en transactiebelastingen op inkomsten uit de verkoop van advertentieruimte, het aanbieden van digitale bemiddelingsdiensten zoals de exploitatie van online marktplaatsen en de verkoop van gegevens die zijn verzameld van gebruikers. Over het algemeen worden deze DST's als voorlopige maatregelen beschouwd totdat op OESO-niveau overeenstemming is bereikt. Het zal echter aan elke respectieve EU-lidstaat zijn om uiteindelijk een eventuele eenzijdige DST die is ingevoerd, af te schaffen.[2]
Sommige EU-lidstaten, zoals Oostenrijk en Hongarije, richten zich alleen op belastinginkomsten uit onlinereclame-inkomsten. Anderen hebben een bredere belastinggrondslag ingevoerd, waaronder inkomsten uit het beschikbaar stellen van een digitale interface, gerichte online reclame en de verkoop van gegevens die over gebruikers zijn verzameld voor reclamedoeleinden (dit is bijvoorbeeld het geval bij de Franse, Italiaanse en Spaanse DST's). De belastingtarieven variëren van 2% in het Verenigd Koninkrijk tot 7,5% in Hongarije. (dit tarief is momenteel verlaagd tot 0%).
Nederlandse voorstellen
Uit de verkiezingsprogramma's van de winnaars van de laatste Nederlandse verkiezingen, leek de kans groot dat Nederland in de loop van tijd ook een digitale dienstenbelasting zou invoeren, in navolging van Frankrijk, Italië, Spanje en andere EU-lidstaten bij het belasten van de digitale economie.
VVD
De centrumrechtse VVD - die de meeste zetels heeft gewonnen bij de laatste verkiezingen - heeft het voornemen uitgesproken om een DST-belasting van 5% in te voeren.
D66
De runner-up bij de verkiezingen is de sociaalliberale D66. In haar verkiezingsprogramma wil D66 een DST invoeren van 3% die inherent gelijk is aan de DST die de Europese Commissie voorstelt, al wordt benadrukt dat D66 de voorkeur geeft aan een EU-maatregel boven een lokale wet.
CDA
De christendemocratische/centrumrechtse CDA, heeft een grote kans om in de volgende regering van Nederland te worden opgenomen, zoals in alle kabinetten van Nederland op drie na. Het CDA heeft een DST van 3% in het verkiezingsprogramma opgenomen.
Daarbij moet wel worden opgemerkt dat het huidige kabinet - in verband met de recente vergaderingen van de Eurogroep en de Ecofinraad – heeft aangegeven af te wachten tot het nieuwe DST-voorstel van de Europese Commissie, alsook de oplossing van de OECD. Het is daarom nog maar de vraag of Nederland ook een unilaterale maatregel zal invoeren.
Controverse over DST's
In het internationale belastingrecht is er een academische consensus dat DST's doorgaans zo zijn gestructureerd dat deze niet onder belastingverdragen vallen. Dit kan mogelijk leiden tot dubbele belastingheffing. Bepaalde landen bieden echter de mogelijkheid om de betaalde DST als kostenpost af te trekken van de grondslag van de vennootschapsbelasting.
Daarnaast heeft politieke druk van - met name de VS – bij enkele EU-lidstaten aanvankelijk tot aarzeling geleid wat betreft de invoering van unilaterale maatregelen. De VS zijn van mening dat DST Amerikaanse digitale bedrijven discrimineert, in strijd is met de principes van internationale belastingheffing en ongerechtvaardigde verhindering vormt voor Amerikaanse bedrijven.[3]
De regering Biden lijkt echter meer open te staan voor een multilaterale oplossing, waarbij de minister van Financiën, Janet Yellen, pleit voor een wereldwijd minimumbelastingtarief voor grote bedrijven. Dit voorstel is inmiddels besproken in de G7 vergadering van Ministers van Financiën. Het is nog zien in hoeverre dit voorstel in haar oorspronkelijke vorm zal worden overgenomen.
Conclusie
Hoewel er veel kan worden gezegd over DST's, bieden ze landen wel een maatregel om deze digitale bedrijven te belasten en hun belastinggrondslag te behouden, totdat een robuuste multilaterale maatregel wordt ingevoerd. Het is nog afwachten op het nieuwe voorstel van de Europese Commissie en de OECD, en hoe het voorstel voor een wereldwijd minimum tarief aan vennootschapsbelasting zal worden uitgevoerd. Al in al voldoende interessante ontwikkelingen om gedachten over te wisselen!
Interview met werknemers van DLA
Rhys Bane en Maxine Rigot
Hoe is het om bij DLA te werken?
Rhys: Dynamisch! Als je je graag verdiept in veel verschillende complexe vraagstukken op het gebied van het internationale belastingrecht of de BTW en overdrachtsbelasting, ben je bij DLA Piper op je plek. Zo kan ik op het ene moment bezig zijn met het adviseren van een cliënt over de beste strategie om door middel van de onderlinge overlegprocedure dubbele belasting te verhelpen en op het andere moment met het begeleiden van een cliënt bij de loonbelasting- en premieheffing die gepaard gaat met het seconderen van een manager naar Nederland.
Wat onderscheidt jullie van andere kantoren?
Rhys: Wat DLA Piper onderscheidt van andere kantoren is dat – hoewel DLA Piper een gevestigde naam is – je met een echte ondernemers veel kunt bereiken en positieve veranderingen teweeg kunt brengen. Zo is iets meer dan een jaar geleden het ‘Academic Team’ in Amsterdam opgericht, waarvan ik nu met een collega uit de praktijkgroep vastgoed co-voorzitter ben. Het Academic Team stimuleert collega’s om te publiceren of te doceren en komt een aantal keer per jaar samen voor een interne of externe presentatie, bijvoorbeeld over het promoveren naast je baan als advocaat of belastingadviseur.
Hoe is de balans tussen werk en privé?
Maxine: Alhoewel DLA een business law firm blijft en er dus soms lange dagen gemaakt worden, wordt er veel aandacht besteed aan het welzijn van het team. Het is immers niet leuk werken als je je ongelukkig voelt. Hierdoor besteden de leidinggevenden veel aandacht aan hoe het met iedereen gaat, of je je nog goed voelt. Daarbij wordt de werkdruk waar mogelijk ook zoveel mogelijk verdeeld onder alle team leden, wat logischerwijs ook efficiënter werkt.
Wat voor klanten heeft DLA?
Rhys: DLA Piper heeft een breed scala aan verschillende cliënten. Kenmerkend is wel dat het doorgaans gaat om middelgrote- en grote ondernemingen. In de tax praktijk zijn de meeste cliënten – al dan niet beursgenoteerde – grote ondernemingen uit de Verenigde Staten en Europa en private equityhuizen.
Hoe helpen jullie bij het ontwikkelen van skills, kennis, ervaring etc.
Rhys: DLA Piper heeft een groot aanbod van nationale en internationale trainingen die zijn gericht op het ontwikkelen van skills, kennis en ervaring en op het vergroten van je (interne) netwerk. Zo is er gedurende je hele loopbaan bij DLA Piper de ‘Academy’ trainingen, waarvan de eerste ‘Foundation Academy I’ is. Deze trainingen zijn meerdaags en zijn – buiten COVID-19 – in persoon op een externe locatie (binnenland of buitenland). Tijdens Foundation Academy I leer je ook collega’s uit de rest van de wereld kennen.
Wat zijn de dagelijkse werkzaamheden als stagiair/werkstudent?
Maxine: Als stagiair zal je binnen twee maanden zo veel mogelijk van het tax team zien. Als werkstudent werk je in beginsel 2 a 3 dagen in de week. Als je van tevoren geen voorkeur aangeeft of je je wilt richten op VPB of BTW, zul je beide teams mee maken. Over het algemeen zullen jouw werkzaamheden bestaan uit uitzoeken van vragen die je ontvangt van de Associates etc., het opstellen van memo’s, bezwaarschriften en/of beroepschriften. Nu wij steeds meer op kantoor werken zal je als stagiaire ook snel het hele team leren kennen.
Wat voor mogelijkheden bieden jullie aan voor studenten en starters?
Maxine: Studenten kunnen bij ons stage lopen voor twee maanden, en/of een werkstudentschap doen voor in beginsel zeven maanden (dit kan in overleg natuurlijk ook korter). Daarnaast heeft DLA ook de jaarlijkse Talent Class, waarbij studenten een pitch voorbereiden voor een fictieve client en zo het kantoor en de medewerkers in een aantal dagen heel goed leert kennen.
Hoe ziet de begeleiding vanuit DLA eruit?
Maxine: Als stagiair/werkstudent werk je hecht samen met de (Senior) Associates, Legal Directors en Partners. Als Junior Associate volg je ten eerste ongeveer drie jaar de beroepsopleiding van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (de NOB). Er bestaat ook de mogelijkheid om de beroepsopleiding van de Nederlandse orde van advocaten en/of de Law Firm School te volgen (in overleg met je leidinggevenden en als je uiteraard je civiel effect hebt gehaald).
Daarnaast heeft DLA Piper zelf ook de Career Academy, de interne opleidingsmogelijkheden binnen kantoor. Als Junior Associate volg je verschillende internationale trainingen, waarbij je ook de cultuur binnen DLA Piper beter leert kennen, naast belangrijke aspecten als financieel inzicht, risk management en business awareness.
Wat zijn de doorgroeimogelijkheden?
Maxine: Als je na drie jaar succesvol het Junior Associate traject hebt gevolgd, krijg je het aanbod om aan de slag te gaan als Associate. Na ongeveer drie jaar kan je gepromoveerd worden naar Senior Associate, waarna de volgende drie jaar je weer kans maakt op promotie tot legal director / partner.
Daarnaast biedt DLA Piper ook secondments aan vanaf Associate level. Dit kan in de vorm van counsel zijn voor een bepaalde periode bij een van onze clienten in het binnenland, of een daadwerkelijke secondment naar een van onze kantoren in het buitenland. Hierbij kun je denken aan New York, Austin (Texas), London, of bijvoorbeeld Luxemburg.
Waarom zou een student voor DLA moeten kiezen?
Maxine: DLA Piper is een toonaangevend internationaal advocaten kantoor, met vestigingen in meer dan 40 landen. DLA Piper is in essentie een business law firm. Onze clienten zijn voornamelijk internationale middelgrote tot grote bedrijven. Hierdoor ontwikkel je als Junior Associate al snel je commerciële vaardigheden. Je hebt de mogelijkheid om de beroepsopleiding bij zowel de NOB als de Nova/Law Firm School te volgen. Wanneer je gepromoveerd bent naar Associate heb je de mogelijkheid om een secondment in het buitenland te doen. Daarnaast is de sfeer bij DLA Piper gewoon erg ongedwongen. De collega’s zijn erg vriendelijk en down to earth, waardoor je makkelijk naar iemand kan lopen om vragen te stellen.
Organiseren jullie naast formele activiteiten ook informele activiteiten?
Maxine: Zeker! Met Covid-19 is het allemaal wat rustiger geworden, maar vanuit kantoor is er een jaarlijkse voetbaltoernooi, wij doen mij met de Advolympics, natuurlijk het kerstfeest en de verschillende spontane borrels die vanuit het Tax team worden georganiseerd. Daarnaast wordt jaarlijkse ook de Benelux Tax Retreat georganiseerd, waarbij wij ons scharen met onze Belgische en Luxemburgse collega’s voor een paar dagen van lezingen en borrels, telkens een ander Benelux land. Supergezellig!
[1] U.S. next steps in digital services tax investigations, https://home.kpmg/us/en/home/insights/2021/03/tnf-us-next-steps-in-digital-services-tax-investigations.html.
[2] Enkele DST’s hebben een horizonbepaling die aansluit bij een mondiale oplossing, bij andere DST’s is dit niet het geval en zal de wet door de relevante wetgevers aangepast moeten worden.
[3]“Digital Development – Overview”, https://www.worldbank.org/en/topic/digitaldevelopment/overview#:~:text=The%20numbers%20speak%20for%20themselves,2.5%25%20of%20GDP%20per%20capita.