Afschaffing dividendbelasting (g)een goed idee?

Afschaffing dividendbelasting (g)een goed idee?

20/12/2018

Mark Rutte voelde “tot in zijn diepste vezels” dat afschaffing van de dividendbelasting een goed idee zou zijn. Lodewijk Asscher noemde afschaffing van de dividendbelasting een cadeautje aan buitenlandse aandeelhouders. Inmiddels is het wetsvoorstel tot afschaffing van de dividendbelasting definitief van de baan. Maar waarom was afschaffing van de dividendbelasting misschien wel het meest omstreden wetsvoorstel aller tijden? Tijd om de balans op te maken. In dit artikel zullen de belangrijkste argumenten van voor- en tegenstanders van het afschaffen van de dividendbelasting de revue passeren.

Dividendbelasting: wat is het?

Bedrijven moeten 15% dividendbelasting inhouden wanneer ze dividend uitkeren aan hun aandeelhouders. De ingehouden dividendbelasting moet vervolgens aan de fiscus worden afgedragen. Bedrijven die dividend ontvangen van andere bedrijven kunnen de ingehouden dividendbelasting verrekenen met de vennootschapsbelasting die zij verschuldigd zijn. Particulieren die dividend ontvangen kunnen de ingehouden dividendbelasting verrekenen met de door hen verschuldigde inkomstenbelasting. Aldus is de dividendbelasting een voorheffing op de vennootschapsbelasting en inkomstenbelasting. Ter illustratie: een directeur-grootaandeelhouder (dga) krijgt een dividend van €100.000 uitgekeerd. De bv moet 15% (€15.000) dividendbelasting inhouden en afdragen aan de fiscus. Vervolgens wordt de dividenduitkering in de aangifte inkomstenbelasting als regulier voordeel aangegeven. De verschuldigde inkomstenbelasting in box 2 bedraagt 25% × €100.000 = €25.000. De dga mag de ingehouden dividendbelasting met de door hem verschuldigde inkomstenbelasting verrekenen. Daardoor moet de dga €25.000 – €15.000 = €10.000 aan inkomstenbelasting betalen. Netto ontvangt de dga dus €100.000 – €15.000 – €10.000 = €75.000. Wanneer de dividendbelasting wordt afgeschaft, hoeft de bv geen 15% dividendbelasting meer in te houden, maar valt er voor de dga ook niets meer te verrekenen, waardoor hij netto nog steeds €75.000 ontvangt.[1]

Voorstanders afschaffing dividendbelasting

Het meest genoemde argument voor afschaffing van de dividendbelasting is dat afschaffing goed zou zijn voor het Nederlandse vestigingsklimaat. Met een heffing op winstuitkeringen zullen buitenlandse beleggers minder snel geneigd zijn aandelen te nemen van Nederlandse bedrijven. Aldus vormt de dividendbelasting voor beursgenoteerde bedrijven een beperking in hun kapitaalverschaffing. Dit leidt ertoe dat het voor beursgenoteerde bedrijven minder aantrekkelijk is om hun hoofdkantoor in Nederland te vestigen. En wanneer beursgenoteerde bedrijven ervoor kiezen om hun hoofdkantoor niet in Nederland te vestigen, gaat dat ten koste van de werkgelegenheid. Een argument dat verband houdt met het Nederlandse vestigingsklimaat is de Brexit. Hoewel in de meeste Europese landen dividendbelasting geheven wordt – en de tarieven in veel gevallen zelfs hoger liggen (Duitsland: 25%, Frankrijk: 30%) – zijn er ook Europese landen die géén dividendbelasting heffen, zoals het Verenigd Koninkrijk. Voorstanders wijzen erop dat multinationals die overwegen Londen te verlaten een nieuwe thuisbasis zullen zoeken in een land waar ook geen dividendbelasting geheven wordt.[2] Een laatste veelgehoord argument voor afschaffing van de dividendbelasting is dat de belasting in strijd zou zijn met het Europese recht op vrij verkeer van kapitaal. De dividendbelasting zou beleggers uit verschillende landen ongelijk behandelen. Nederlandse aandeelhouders kunnen de ingehouden dividendbelasting verrekenen met de door hen verschuldigde inkomstenbelasting. Buitenlandse beleggers kunnen de in Nederland ingehouden dividendbelasting niet altijd verrekenen met de door hen verschuldigde inkomstenbelasting in hun thuisland. Recent deed het Europese Hof van Justitie drie uitspraken die bevestigen dat de Nederlandse dividendbelasting in strijd is met de Europese vrij verkeersregels als de belastingdruk op dividenden voor een buitenlandse aandeelhouder hoger is dan in een vergelijkbare situatie met een binnenlandse aandeelhouder.[3]

Tegenstanders afschaffing dividendbelasting

Een eerste argument tegen afschaffing van de dividendbelasting is dat afschaffing vooral de buitenlandse schatkisten spekt. Volgens Jan van de Streek, hoogleraar belastingrecht aan de Universiteit van Amsterdam, kan de dividendbelasting het beste worden omschreven als een inkomstenbelasting van buitenlandse portfolio-aandeelhouders in Nederlandse beursgenoteerde multinationals. Nederlandse multinationals houden 15% dividendbelasting in op het aan buitenlandse aandeelhouders uitgekeerde dividend. De buitenlandse aandeelhouders kunnen de Nederlandse dividendbelasting doorgaans verrekenen met de inkomstenbelasting die zij in hun thuisland verschuldigd zijn. Wanneer de Nederlandse dividendbelasting wordt afgeschaft, valt er voor buitenlandse aandeelhouders niets meer te verrekenen in hun thuisland, zodat buitenlandse belastingdiensten het in Nederland uitgekeerde dividend volledig in hun eigen heffing kunnen betrekken. Om die reden wordt door tegenstanders ook wel betoogd dat het afschaffen van de dividendbelasting vooral de buitenlandse schatkisten spekt.[4] In het verlengde daarvan loopt de Nederlandse schatkist ontzettend veel geld mis: 1,4 miljard euro om precies te zijn. Het intrekken van het wetsvoorstel tot afschaffing van de dividendbelasting levert het kabinet een hoop geld op. Met dit geld zou het kabinet bijvoorbeeld de salarissen van leraren kunnen verhogen, extra geld beschikbaar stellen voor defensie of de tarieven van de vennootschaps- en/of inkomstenbelasting verlagen. Een ander argument waarmee de dividendbelasting veelvuldig verdedigd wordt, is dat er geen economische studies te vinden zijn die aantonen dat afschaffing van de dividendbelasting daadwerkelijk een positieve invloed heeft op het Nederlandse vestigingsklimaat. Zaken als het opleidingsniveau van de beroepsbevolking, het leefklimaat, de infrastructuur en de belastingen op winst (Vpb) en arbeid (IB) zouden bovendien belangrijker zijn voor bedrijven dan het al dan niet bestaan van een dividendbelasting bij de keuze om zich in een bepaald land te vestigen. En last but not least is afschaffing van de dividendbelasting – om in de bewoordingen van Lodewijk Asscher te blijven – een cadeautje aan buitenlandse aandeelhouders. Zoals reeds uiteengezet in dit artikel levert afschaffing van de dividendbelasting niets op voor Nederlandse aandeelhouders. Zij ontvangen na afschaffing van de dividendbelasting netto nog steeds €75.000. Buitenlandse aandeelhouders daarentegen, die de in Nederland ingehouden dividendbelasting niet in hun thuisland konden verrekenen, kunnen de niet-ingehouden dividendbelasting in eigen zak steken.

Conclusie

In dit artikel zijn de belangrijkste argumenten van voor- en tegenstanders van het afschaffen van de dividendbelasting de revue gepasseerd. Wat denk jij: was afschaffing van de dividendbelasting (g)een goed idee?

Bronnen:

[1] Broekhuizen, M. (2018). Kabinetsplannen niet voordelig voor dga. Geraadpleegd op 9 november 2018, van: https://www.abab.nl/artikelen/kabinetsplannen-niet-voordelig-voor-dga.

[2] Witt Wijnen, P. de. (2018). Is het nou wel of niet een cadeautje voor beleggers? Geraadpleegd op 9 november 2018, van: https://www.nrc.nl/nieuws/2018/06/25/bedrijventrekker-dan-wel-cadeautje-voor-beleggers-a1607908.

[3] Wolf, W. de. (2017). Nederlandse dividendbelasting strijdig met EU-recht. Geraadpleegd op 9 november 2018, van: https://www.recht.nl/vakliteratuur/fiscaalrecht/artikel/420698/nederlandse-dividendbelasting-strijdig-met-eu-recht/.

[4] Streek, J. van de. (2018). De versleten argumenten voor afschaffing van de dividendbelasting. Geraadpleegd op 9 november 2018, van:https://www.ftm.nl/artikelen/versleten-argumenten-voor-afschaffing-dividendbelasting?share=1.